Duwende Handen is een belangrijke methodiek om Taijiquan te begrijpen. Hiermee leer je de essentie van yin en yang. Waarbij het niet alleen gaat om het ultieme yin of het ultieme yang maar juist ook de weg ernaartoe. En, ook de afhankelijkheid. Hoe yin en yang niet zonder elkaar kunnen bestaan.
In de Taiji-klassieken staat:
“Laat anderen met grote kracht aanvallen; gebruikt 4 ons om duizend pond te doen ontwijken. Trek aan tot leegte en ontlaadt.”
De betekenis van het eerste deel is wel duidelijk. We gebruiken in de Taiji weinig kracht om een grote kracht af te weren. Maar hoe doen we dat dan? Dat staat in de tweede zin: Trek aan tot leegte. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet.
Leegte is yin. In de Taiji-klassieken wordt gesproken over het “opgeven van jezelf”. Voor mij betekent dit ontvankelijk zijn. Me laten leiden door de ander, zonder mijn structuur te verliezen. Geen kracht naar buiten laten zien. Alleen zijn.
De enige beweging die zich aandient (en die je dus zelf doet), is de beweging naar het andere been. Niet willen draaien. En zeker niet willen duwen. Wees ontvankelijk. Behoud je structuur.
Op elk moment dat je meer toevoegt kan de ander reageren. Alles dat je toevoegt is yang. Yang tegen yang botst. Je geeft de ander daarmee ruimte.
Ontvankelijk zijn wil niet zeggen ‘slap’. Door de yin te blijven bij de duw maar wél trouw te blijven aan je structuur ontstaat een stevige peng. Het yang van de duw drukt je als het ware in die houding. Het enige dat jij doet is deze interne beweging toelaten.
Hiermee laat je zien dat uit het yin yang kan ontstaan. Hoe yin en yang samen in balans zijn. Het yinne van de ontspanning is geworteld in een stevige (yange) basis. Maar net zo goed ontspruit de yange kracht van duw uit een yinne ontspanning. Yin en yang zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en bestaan niet zonder elkaar.