Ik hou ervan om helemaal de Taiji in te duiken, verder te kijken dan de bewegingen en op zoek te gaan naar de diepte die eronder ligt. Wat is er nu mooier voor zo’n avontuur dan deze periode? De herfst die langzaam overgaat in de winter nodigt uit om dit innerlijk onderzoek aan te gaan. De weg naar binnen te betreden. Het taoïsme biedt prachtige aanknopingspunten.
Laozi, een van de bekendste taoïstische filosofen benoemde het al: ‘Zacht overwint hard’, een van de belangrijke grondslagen van de Taiji en de basis van haar krijgskunst. In de Taiji gaan we niet tegen kracht in, maar kiezen we voor de aanpak van zachtheid. Door zacht te zijn ben je voelend aanwezig. Alleen dan kun je meegaan met elke beweging die je opmerkt in je zelf of bij een ander. Zachtheid zorgt voor beweging, hardheid voor stagnatie. Maar wat is dat zacht zijn eigenlijk en hoe kom je daar?
Neutraal zijn
Als je wel een duwende handen (pushing hands) doet, heb je misschien ook wel gemerkt dat met teveel spierspanning (yang) de ander jou makkelijker uit balans brengt. Je bent dan voelbaar. Je geeft een impuls aan de ander waar hij of zij op kan reageren. Hoe anders is het als het lukt om neutraal te zijn en alleen (innerlijke) kracht te gebruiken als je zelf de duwende partij bent? Neutraal betekent dat je in een staat van ‘sung’ bent. Je voegt niks toe, maar haalt ook niets weg. Je bent slechts aanwezig. Dit is een yinne staat. Vanuit deze staat antwoord je in plaats van dat je reageert. Je gaat dus voorbij aan je aangeleerde impulsen en behorende gedachtes of overtuigingen (ik wil winnen, ik moet de duw tegenhouden, ik mag niet verliezen, wat zal de ander denken als ik deze beweging niet voor elkaar krijg, hij kan dit wel, dus dan moet ik het ook kunnen). Dat vraagt oefening.
Sung in de wervelstorm
Een prachtige metafoor voor de staat van sung is het oog van een wervelstorm. Vanuit jouw stiltecentrum laat je alles rondwentelen, aan je voorbij trekken. Als een observator bekijk je de wereld om je heen. Niet aangetrokken door het een of afgestoten door het ander. Maar hoe kom je daar? Waar is dat stiltepunt vindbaar? Een mooie oefening uit het taoïsme om stilte te vinden is om via de uitademing alles laten wegdrijven dat over je innerlijke openheid (je hart) ligt. Een gesloten hart wordt wel een overwoekerd hart genoemd. Tijdens het ademen kun je heel mooi visualiseren dat je ballast verwijdert. Ik stel me dan een overwoekerde tuin voor die je langzaam ontdoet van het teveel aan takken. Je snoeit hier wat weg en dan daar, trekt onkruid uit de grond. En kijk eens wat een mooie poort ineens zichtbaar wordt, een opening naar….. ja, bedenk het maar.
Voor de taoïsten is je hele centrale as een open ruimte waar de stilte te vinden is. Die noemen zij de spil van dao, als het oog van de wervelstorm. Een spil die hemel en aarde met elkaar verbindt. Jij als mens bent er onderdeel van en zelfs de verbindende schakel. Je centrale as vind je vanuit je kruin, langs je wervelkolom, helemaal tot aan je stuitje. Je kunt zelf eens op zoek gaan waar jij in je lijf makkelijk naartoe ademt en kalmte vindt. Ik adem zelf graag tot diep in mijn buik en zoek zachtheid in mijn hart.
Als je bekender wordt met dit gevoel, de rust en ontspanning, kun je die gebruiken in de Taiji. Kun je ondanks alle wervelingen (nieuwe bewegingen, partneroefeningen) in jouw stiltepunt blijven? Terugkomend op de pushing hands: kun je werkelijk een beweging ontvangen en vertrouwen dat zacht hard overwint?
Mooie overweging Marscha